Voor jonge kinderen is stilstaan de moeilijkste beweging.
Kinderen tot ongeveer 8 jaar zijn motorisch nog in ontwikkeling, waarbij de piek ligt voor het 6e jaar.
Ze bewegen om te bewegen. Daarbij zijn ze regelmatig toe aan nieuwe bewegingsmogelijkheden, die ze dan weer moeten oefenen. Steeds voegen ze zo nieuwe bewegingsmogelijkheden toe aan hun repertoire, automatiseren ze bewegingsgedrag en verhogen ze de complexiteit en snelheid van hun bewegingen.
De manier waarop ze dit proces doorlopen kan verschillen. Sommige kinderen kijken eerst de kat uit de boom en pas als ze weten hoe iets gaat, nemen ze er ook aan deel. Anderen storten zich in nieuwe activiteiten en leren door schade en schande. Weer anderen beginnen voorzichtig en gaan stapje voor stapje verder.
Het is goed als de kinderen op hun eigen manier aan het bewegingsspel kunnen deelnemen. Allemaal hebben ze het hard nodig om te kunnen oefenen met gevarieerde bewegingsmogelijkheden.
Voor jonge kinderen is het belangrijk dat ze hun lichaamsmogelijkheden gaan verkennen. Door nieuwe vaardigheden te leren, doen ze succeservaringen op en groeit hun zelfvertrouwen en het gevoel van competentie; “ik kan het!”
Ze kunnen meedoen met hun klasgenootjes en laten zich zo weer inspireren tot nieuwe aktiviteiten. Met een uitdagende omgeving en wat steun van de leerkracht/ouders kunnen ze op hun eigen niveau hun vaardigheden uitbreiden.